Print

Bora Bora (Frans Polynesië), 10 augustus 2025

 

De afgelopen maanden volgden we een historische route. De ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen was op zoek naar een westelijke route naar Batavia. Voor de West Indische Compagnie vertrok hij met een vloot van 3 schepen in 1721 vanuit Nederland, via Falkland eilanden, Kaap Hoorn en de kust van Chili naar een nog onontdekt gebied.

De zuidelijke oceaan was nog weinig in kaart gebracht. Van de 15e tot de 18e eeuw waren er schepen op zoek naar Terra Australis. De mening was dat er land zou moeten zijn in het zuidelijk gebied, later werden inderdaad Nieuw Zeeland en Australië ontdekt.

Roggeveen koerst echter in noordwestelijke richting. Het eerst komt hij de Juan Fernandez Archipel tegen. Hij blijft daar een tijdje om reparaties te doen en voorraden in te slaan. Het plan is om er een soort Kaap de Goede Hoop te vestigen.

Verder noordwest arriveren ze op de zondag van Pasen in 1722 een ander eiland, hoewel al eerder ontdekt noemt hij het Paaseiland, zoals het nu nog bekend is. Hij blijft niet lang op dit wonderlijke eiland en vaart verder richting Batavia. Onderweg zien ze de Tuamotu archipel en Bora Bora van de Society eilanden, onderdeel van het huidige Frans Polynesië.  Vervolgens zijn ze nog even op Samoa. 

De reis verloopt niet helemaal zoals verwacht, 1 boot loopt op een rif en vergaat in de Tuamotu’s en in eenmaal in Batavia aangekomen wordt de bemanning zelfs gevangen genomen. Maar dat is te veel om hier te vertellen, voor de geïnteresseerden, op internet is de hele reis beschreven.

 

 

 

Nu onze reis. Na uitgezwaaid te zijn in Valdivia komen we na een supersnelle tocht, net voor zonsondergang aan bij Robinson Crusoe Island. Omdat het slechte ankergrond is hebben we contact gezocht met Marcello, eigenaar van een restaurant en heeft 2 meerboeien voor de deur.

We zullen in het donker en bij harde wind aankomen. We vragen waar de boeien precies liggen, maar dan vertelt hij dat de haven gesloten is vanwege de wind. Wat nu! Het blijkt dat je niet mag vertrekken, binnenlopen mag wel. Maar dat raadt hij af, we kunnen beter buiten blijven in verband met veel kleine en onverlichte bootjes. Om een hele nacht buiten te wachten trekt ons echter niet aan, we besluiten het te proberen. Inderdaad valt het niet mee, de meerboei kunnen we dan ook niet vinden. Dan maar ankeren, na een paar pogingen houdt het anker en bekijken we het de volgende dag wel. Dan zien we dat we er op nog geen 30 meter afstand van de boei liggen.

 

pa1 rc1 

 

We zijn nog steeds Chileens grondgebied en moeten ons melden bij de Armada. Ze doen wel een beetje lastig omdat we al uitgeklaard zijn. Maar uiteindelijk mogen we 5 dagen blijven.

Robinson Crusoe Island, inderdaad bekend van het boek van Daniel Defoe.

Maar het is een fictief verhaal gebaseerd op Alexander Selkirk die er van1704 tot 1709 verbleef op het eiland Más a Tierra (nu Robinson Crusoe). Na een ruzie met de kapitein is Selkirk daar afgezet en leefde er alleen, dus zonder Vrijdag.

De eilandgroep Juan Fernández Archipel is nu nationaal park en Unesco gebied, alleen Crusoe Island is het hele jaar bewoond. Leuk detail is dat alle eilanders in dezelfde WhatsApp groep zitten. We merken ook al snel dat er weinig geheim is in deze kleine gemeenschap.

 

Overal kom je ook weer Nederlanders tegen, Sarah past op een boot en komt samen met haar Chileense vriend bij ons eten. Verse groente op je bord is een traktatie, het bevoorradingsschip komt namelijk maar eens in de 30 dagen. We hebben een probleempje met ons roer en ze denken graag met ons mee. Uiteindelijk hebben we na ruggespraak met Niels in Nederland een oplossing gevonden. We kunnen weer verder.

Bier is wel altijd voldoende beschikbaar, dat proeven we bij een lokale brouwerij. Na een paar glazen worden we met een tuk-tuk naar de baai teruggebracht, wat een service.

 

pa2 rc2

Een biertje met uitzicht.

 

Een wandeling naar het uitzichtpunt houden we al snel voor gezien, de zon brand en er is weinig beschutting. We duiken het restaurant van Marcello in om een hapje te eten en om de mooring te betalen. De volgende dag nog even snel naar de Armada, weer een gedoe maar gelukkig zeggen ze al snel dat het goed is. We kunnen vertrekken, dit keer naar een bijzonder eiland.

 

Na 20 dagen en 2.444 zeemijlen, op 17 maart zien we de lichten van het vliegveld, Rapa Nui of Paaseiland. De tocht was lang en lastig. Het tegenovergestelde van het eerste deel. Met doldrums die hier eigenlijk niet horen te zijn en klotsgolven zijn we blij dat we land zien, het eerste Polynesische eiland.    

 

pa3 rn1

Rapa Nui, we zijn er bijna!

 

De Armada geeft de coördinaten door waar we mogen ankeren, en dan ook precies op die plek. In bijna 30 meter water is dat lastig maar uiteindelijk zijn ze tevreden.

Voor het inklaren komt een bootje bij ons met alle officials. Weer even een discussie, want we zijn natuurlijk nog steeds uitgeklaard in Valdivia voor het geval het weer zodanig slecht is dat we niet kunnen aanlanden. Opnieuw in hetzelfde land inklaren kan namelijk niet, na overleg worden we (zonder stempels) toegelaten.

Iorana is het eerste wat we horen in de lokale taal, welkom op het eiland. Het komt van Hoko, een vriend van Raúl uit Valdivia die vroeg of we wat bij hem willen afgeven. Hij komt met een stoere vissersboot aan. We hebben al gezien dat het een uitdaging is om zelf met een dinghy naar de kant te gaan en vragen of hij ons de volgende dag kan ophalen. Geen probleem. Het worden wel een paar uurtjes later dan afgesproken, en in een 2-zitter pick-up rijdt hij ons naar de plaats. Hij vertelt ook dat hij geen visser is maar de eigenaar van een nachtclub en pas om 6 uur zijn bed induikt.

 

pa15 rn14

Hoko met zijn stoere vissersboot. 

 

pa4 rn2

 

pa5 rn4

De eerste Moai zien we al vanaf de ankerplek.

 

We zijn er maar 3 dagen aan land geweest, en dat is ook genoeg. De eerste dag slenteren we door Hanga Roa waar langs de kust een aantal Moai beelden te zien zijn. Verder zoals verwacht heel toeristisch met alle verkoopstalletjes die er bij horen.

Op de tweede dag rijdt Hoko ons rond op het eiland. Het grootste deel is nationaal park waarvoor je een heel duur kaartje moet kopen, daarbovenop moet je een gids inhuren. Totaal zo’n 200 euro, dat vinden wij te gek.

Onderweg naar Anakena in het noorden van het eiland zijn er toch heel wat Moai over de omheiningen te zien. Bovendien krijgen we een fantastische uitleg (half Engels en half Spaans) over andere historische plekken. Alleen de vulkaan waar alle beelden werden uitgehakt, en er nog steeds veel onafgemaakte liggen, kunnen we niet zien.

 

pa6 rn5

 

pa7 rn6

 

pa8 rn7

De vulkaan waar alle beelden zijn gemaakt. 

 

pa9 rn8

We bekijken deze van achter de omheining. 

 

pa10 rn9

 

pa11 rn10

 

pa12 rn11 

Gelukkig mogen we deze wel van dichtbij bekijken. 

 

Rapa Nui staat bekend om de snelle weerswisselingen. We zien veel wind aankomen en met onze 90 meter ketting hebben we niet veel speling, met onze 1 op 3 is een minimale kettinglengte voor goed weer. We melden bij de Armada te melden dat we de volgende dag weg willen. De rest van de dag zwemmen we, lunchen en maken we de laatste pesos op aan souvenirs. Bij de toeristeninformatie halen we een stempel in ons paspoort van Rapa Nui, mooi naast die van Kaap Hoorn.

 

pa13 rn12 

Zwemmen met uitzicht.

 

pa14 rn13

Begraafplaats.

 

De volgende morgen komt de Armada weer met de hele club aan boord, weer een beetje gedoe omdat we niet zijn ingeklaard. Maar we krijgen een stempel in ons paspoort en een zarpe van de douane. Waarschijnlijk zijn we de enigen die een oneven aantal paspoort-stempels van Chili heeft verzameld.  


pa16 rn15 

En we mogen vertrekken.

 

Rapa Nui is een magisch eiland met een trotse bevolking. De bevolking (7.500 personen) bestaat nu voor de helft uit Chilenen, voornamelijk werkzaam als officials en in toerisme. Tegenwoordig wordt op scholen ook de taal Rapa Nui naast het Engels aangeboden. Rapa Nui is de voertaal door lokalen, en ook dat zal ook zo blijven, zeker omdat de Chilenen het niet onder de knie krijgen. Zo blijven ze toch een beetje macht houden over hun eiland. Want er is in het verleden veel gebeurd.  

Op het hoogtepunt leefden er 14.000 mensen. Walvisvaarders namen eilanders mee op hun vloot, in 1862 komen de Peruanen en nemen meer dan 1000 mannen mee als slaven. Daarvan kwamen er slechts 15 van terug, maar met de ziekte pokken. In 1877 waren er nog slechts 111 eilanders over.

Over de Moai beelden zijn veel theorieën maar wat ze betekenen en waarom ze omver geworpen zijn is een raadsel. En waarom stonden ze allemaal met de rug naar de oceaan?

Voor de geïnteresseerde lezer weer een google momentje.

 

 

Op Gambier is het Ia orana, een andere versie van welkom. Na 2 weken op een warrige zee met veel squalls komen we aan bij Rikitea. We zijn blij dat de boot even stil ligt, onderweg leek het wel of we in een flipperkast zaten.

We hadden het plan om Ducie Island aan te doen, een van de meest afgelegen atollen ter wereld en zonder enkele menselijke invloed. Helaas komen we niet in de buurt, ook niet bij Sandy Island, het vakantie-eiland van Pitcairn. We hebben in deze omstandigheden ook geen zin om een stuk om te varen.

De Gambier archipel bestaat uit meerdere eilanden binnen een rif waardoor het een heel veilige plek is. De ingang is breed en goed aangegeven, wel fijn om een eerste atol binnen te varen.

Omdat we op vrijdagmiddag aankomen en de Gendarmerie pas maandag weer open is hebben we even rust om de boot op orde te brengen. Dat is wel nodig, onderweg ging er iets mis bij de watermaker met als gevolg dat de bilg vol water stond, zout water! We spoelen een paar keer met zoet water om voorlopig het meeste zout weg te krijgen. Weer een extra punt op de kluslijst.

We zijn in Frans Polynesië, de gendarmerie is een mix van lokale en Franse beambten, dus een verademing om in te klaren. Als Europeaan hebben we geen visum nodig, we mogen onbeperkt blijven en de boot mag hier 2 jaar zijn. De rest mag hier maar 3 maanden zijn, met een visum 1 + 1 jaar. Dat schijnt een langdurige kwestie te zijn dat bv. in Panama gedaan moet worden.

Dat is ook de meest bevaren route, via de Galapagos eilanden naar Gambier of rechtstreeks maar de Marquesas eilanden.

 

pa17 ga1

 

pa18 ga7

Breadfruit, op vele manieren te koken en bakken. De bomen staan overal, maar je mag niet zomaar plekken. Elke boom is van iemand. 

 

pa19 ga2 

 

Om de paar weken komt er een bevoorradingsschip, het is dan een drukte op de kade. Als je geluk hebt ken je iemand die wat groente verbouwd en langs de weg worden soms bananen en breadfruit aangeboden, maar het merendeel wordt via Tahiti geïmporteerd en aangevoerd. Binnen een dag is alles uitverkocht, dus sla je slag.

 

pa22 ga5

 

pa23 ga6 

Diesel tanken. 

 

We kunnen ook weer lekker de benen strekken, op het hoofdeiland is er 1 weg, helemaal rond. Daarbuiten zijn er genoeg wandelingen te doen, sommige gemakkelijk, de meeste pittig. Je loopt vaak over de rand van de oude vulkaan met smalle richels en steile beklimmingen en afdalingen, de touwen die daar zijn vastgemaakt zijn zeker geen overbodige luxe.

 

pa20 ga3

 

pa21 ga4

Het is een pittige klimtocht, maar dan heb je wel een mooi uitzicht.

 

Gambier is bekend om de ‘zwarte’ parel, niet echt zwart maar in alle kleurschakeringen. Het ligt vol met floaters, zoals ze dat noemen, met daaraan lijnen met oesters waarin een rond stukje bot is geplaatst. Een hele industrie waarin het fijne werk door chinezen wordt gedaan. Het proces van oesterzaadje tot parel duurt een paar jaar en is erg arbeidsintensief, daarbij is de kans op een perfecte parel klein.  

 

Na een aantal weken bij Rikitea verkennen we andere plaatsen. Aan het buitenrif is een mooie snorkelplek, net als we in het water willen springen zien we een witpunt rifhaai zwemmen. De eerste haai die we tegenkomen en behoorlijk groot. We slaan deze even over.

Op de kant struinen we door de bebossing, op zoek naar floaters die tijdens een storm zijn losgeslagen. Die hebben we nodig op de volgende eilandgroep, de Tuamotu’s, waar je ankerketting niet over de grond kan slepen in verband met de commies (koraalbommen). Niet goed voor het koraal maar vooral niet goed voor je ketting, vooral als er om heen draait en weer los moet zien te komen. Vaak is er dan een duiker nodig.

 

pa25 ga8

Bij een wandeltocht heb je altijd wel gezelschap.

 

pa26 ga9 

 

Vanaf de noordelijkste ankerplek van Gambier vertrekken we op 30 april naar ons eerste spannende atol, Hao. Na verhalen die we hebben gehoord dat zelfs de bevoorradingsschepen soms moeten uitwijken en het grillige weer tijdens de tocht van de afgelopen 4 dagen zijn we voorzichtig.

Als we aankomen is het nog donker, ener ligt al iemand te wachten om met het goede tij naar binnen te varen. Bij daglicht zien we dat het er rustig uitziet. Na een tijdje roept de andere boot ons op, of wij eerste willen gaan? Zij zijn met een catamaran waarvan maar 1 motor het doet, we hoopten net dat zijn eerst zouden gaan. Maar inderdaad, het gaat soepel met weinig brekers (golven) en we zijn binnen.

Er loopt een vaargeul tot het dorpje. Bij de ankerplek is een mooie kade voor de vrachtboten, de dinghy kunnen we veilig aan de binnenkant kwijt. Als de vrachtboot aankomst weer even een drukte, daarna bijna verlaten.

 

pa27 tu1

 

pa28 tu2 

Een invalide fiets? Nee, iedereen rijdt hiermee rond.

 

We zijn nu op de Tuamotus aanbeland, een groep van 78 vulkanische atollen, en een heel andere omgeving. Een atol bestaat uit een laag rif met 1 of meerdere doorgangen en binnenin relatief laag water. Ooit is daar een vulkaan te zijn geweest die nu is weggezakt in de bodem. Daar kunnen we nu dus varen. Het is veilig als het donkerblauw is, middenblauw (15 meter) is ook veilig, lichtblauw 10 meter of minder en dus goed om je anker te droppen, lichtbruin is een koraal rif of bom. 

 

pa33 tu8

 

pa31 tu5   pa32 tu6

 Floaters, gezien boven en onder de waterspiegel.

 

Elk bewoond ‘eiland’ heeft een vliegveld, maar op Hao ligt de langste landingsbaan. Het ligt naast de militaire basis en is ontworpen om een space-shuttle te laten landen. Dat is echter nooit gebeurd. Na de stop van de nucliaire tests op het onbewoonde Mururoa atol zijn er nog maar een aantal militairen aanwezig. Een economische strop voor het eiland.

 

Ooit kleine nederzettingen van parelvissers of copraboeren (kokos). De meeste zijn nu vervallen.

 

pa35 tu9

 

pa43 tu18

Als de floaters niet meer gebruikt worden, dan maar als versiering. 

 

pa44 tu19

Het drogen van de kokos voor het verder wordt verwerkt. 

 

Tussen de eilanden proberen we te vissen, we hebben wel een paar keer beet maar dan verliezen we de vis. De laatste keer was een haai net te snel. De vis spartelde nog en we konden nog net zien dat het een yellow- fin tonijn was

 

pa34 tu7 

 

Een vriend vertelde ons: Mijn vader vroeg onlangs, hoe is het daar op dat volgende atol? Het antwoord: Blauw water, witte stranden en palmbomen.

Het ene atol heeft mooier koraal, de ander heel helder water en weer een ander is interessanter voor de duikers.

 

pa36 tu11

 

pa37 tu10

De plek waar de Kon Tiki is gezonken.

 

pa39 tu14

Ooit een nederzetting, alleen de begraafplaats is er nog.

 

pa40 tu15

 

pa41 tu16

 

pa42 tu17a 

 Honden volgen je overal.

  

Na een week of 7 vinden we het mooi geweest, we gaan naar Tahiti op de Society eilanden, 2 dagen zeilen vanaf ons laatste atol. We willen graag even in de haven om snel naar de stad te kunnen want er is natuurlijk weer wat te repareren. Aan reserveringen doen ze niet maar met hulp van een vriendin lukt het om een plekje te bemachtigen. Een week geen dinghy en even rust op de boot. We vinden al snel bijna alle onderdelen die we nodig hebben, en weer eens en grote supermarkt bij de hand te hebben is ook fijn.

 

pa46 so2

De start van de Heiva in Papeete. Traditionele zeilkano's uit Hawai komen aan. 

 

pa47 so3

 

pa48 so4

 

pa49 so5

 

pa50 so6

 

 Met voldoende proviand gaan we weer op pad. Een dagtocht vanaf Papeete naar Moorea, we doen mee met een rally – geen race – georganiseerd om informatie op te doen over Nieuw Zeeland en de eilanden die we onderweg zullen tegenkomen.

 

pa52 so17 

Tijdens het rally-weekend mogen we zelf meedoen aan Heiva activiteiten. Hier een wedstrijdje wie het snelste een kokosnoot kan openen.

 

De Society eilanden zijn meer als Gambier, een bergachtig gebied omringd door een rif. Veel toerisme en daardoor ook meer welvarend. We blijven nog even rondhangen in de Cook’s Bay en Opunohu Bay. Een beetje wandelen, een beetje snorkelen, klusjes enz.

 

pa53 so8

Uitzicht op beide baaien. 

 

pa54 so9 

Ananas velden.

 

Maar de tijd loopt verder, we moeten zo langzamerhand denken over ons vertrek naar Tonga. Dus verder naar Raiatea en Tahaa, die beide binnen eenzelfde rif liggen. Voor alle winden vindt je wel ergens beschutting. Er was veel wind voorspelt, we waren voorbereid en lagen op een veilige plek. Maar de wind kwam niet, vanwege de aardbeving in Rusland wel een tsunami waarschuwing! Er was even onrust, maar al snel was duidelijk dat wij geen last zouden hebben. De tsunami zou wel op de Marquesas aankomen, zeilers daar werden allemaal naar zee gestuurd waar ze de nacht moesten blijven. Inderdaad kwamen er golven binnen van een paar meter maar geen grote schade.

 

pa55 so10

 

pa56 so11

Dit hebben we nog niet eerder gezien, in dit dorp begraven ze hun familieleden in de eigen tuin. 

 

pa57 so12

 

pa58 so13

Een wandeltocht met hindernissen.

 

pa59 so16

 

pa60 so14a

 

pa61 so15

Manta roggen.

 

pa62 tu20 

Soms hoef je niet ver te gaan om vissen te zien, ze hangen gewoon aan je boot.

 

Bora Bora, het meest toeristische eiland in Frans Polynesië. Velen slaan het over, maar als je er zo dichtbij bent wil je het wel even gezien hebben. En we snappen nu wel dat het zo populair is. Het water is zo blauw, zelfs op 30 meter diepte kan je de bodem zien. De keerzijde is dat op alle mooie plekken een resort staat en elke 2 winkel parels verkoopt. Maar, we zijn er geweest, hebben het gezien en kunnen het afvinken van onze bucketlist.

 

pa63 bo1

Een huisje op palen in Bora Bora, a 500 euro per nacht.   

 

pa64 bo2

Als je bij dit hotel/restaurant gaat eten mag je de boot voor de deur leggen. 

 

pa65 bo3 

Eagle rays, met giftige angel aan de staart. Gelukkig zitten ze heel diep. 

 

pa66 bo4a

Na ons haaien avontuur in Gambier zwemmen we nu wel met haaien, deze zijn ook ongevaarlijk.

 

Begin augustus, het wordt tijd om uit te checken. Medezeilers hebben horrorverhalen over de Gendarmerie, worden weggestuurd en hebben het over horken van beambten. Als wij ons melden, te beginnen in ons beste Frans, worden we met alle vriendelijkheid ontvangen en is alles snel geregeld.

Op maandag 11 augustus, varen we voor de laatste keer een rif uit. We zijn 4 maanden in Frans Polynesië geweest, we verlaten het spoor van Roggeveen. Wij gaan we naar Tonga!

 

 pa67 bo5

 

 

  wandelaar logo versie 1 roodwandelaar logo versie 1 roodwandelaar logo versie 1 rood