Chaguaramas (Trinidad), 31 augustus 2022

 

In sneltreinvaart zakken we af naar Martinique. Het laatste punt waarvandaan we kunnen vertrekken voor onze terugreis naar Brazilië. Het gaat naar verwachting een pittige tocht worden. 4.000 mijl, door de heersende oostenwinden kan dat niet rechtstreeks en worden het er naar verwachting 6.000.
Maar helaas, na 2 weken is het voorbij. We waren zo mooi op weg, vlakbij de grens van Brazilië, en al aan het kijken waar een gaatje door de doldrums was. Dan ineens ligt onze voorstag in het water…

 

12 mm staaldraad breekt als een luciferhoutje.

 

Maar eerst zien we onderweg naar Martinique nog een paar eilanden.
Via de zuidpunt van St Martin gaan we naar Ile Fourchue, onderdeel van St Barth. Hier anker je tussen de schildpadden, in het weekend druk met lokale bevolking maar doordeweeks heerlijk rustig. Met je snorkel spring je in het water en wacht tot ze boven komen. Heel bijzonder. Ook kun je heerlijk wandelen op het eiland(je).

 

 

 

 

De volgende stop is Guadeloupe, Terre de Haut waar we na een heerlijk zeiltocht na ruim een etmaal aankomen. Omdat het hier een beschermd gebied is mag je alleen aan een mooring liggen. De stroming is hier ook zo sterk dat op eigen anker waarschijnlijk ook niet zo’n goed idee is. Regelmatig liggen we met de wind in de kuip, wel lekker fris maar zonder mooring niet heel veilig.
We kijken uit op het fort Napoleon, 114 meter boven zeeniveau, en gaan er na een stevige wandeling een kijkje nemen. Na het verbond van Parijs is het fort tussen 1816 en 1840 herbouwd op de resten van Fort Louis, dat in 1809 door de Engelsen was verwoest. Het is nooit in de strijd gebruikt, maar heeft lange tijd dienst gedaan als gevangenis.
We gaan nog een paar dagen in een andere baai liggen waar het wat rustiger is, even snorkelen en relaxen.

 

Fort Napoleon.

 

Op een nacht doorzeilen ligt Martinique, welke baai we gaan stoppen zien we als we in de buurt zijn. Omdat we anders bij donker ergens binnen komen wordt het Sainte Anne in het zuidoosten. Tussen de geankerde boten ligt het hier gewoon vol met kreeftenfuiken, zelfs overdag is het goed uitkijken.
Hier wachten we het juiste weerwindow af. Het duurt uiteindelijk ruim 2 weken voor we weg kunnen omdat de (bijna) orkaan Bonnie nog even langs komt. Veel boten zoeken een veilige plek, wij steken nog 10 meter ketting er bij en blijven liggen. Gelukkig blijkt het uiteindelijk een storm in een glas water en dooft hij uit.

 

 Ankerbaai van Sainte Anne.

 

Toeristen worden met lokale zeilboten vermaakt.

 

 

 

Met Caroline van Pandion maken we een hike naar de Petrifications in het zuiden van het eiland. 

 

Op 4 juli steken we dan van wal. De vooruitzichten zijn goed, er zijn geen tropische stormen in het vooruitzicht.
Als we eenmaal de baai uit zijn zetten we koers richting het noordoosten. Scherp aan de wind, met de kluiver (klein voorzeil) en reven in het grootzeil en de bezaan is dat goed te doen.
Natuurlijk hebben we wel de nodige squalls (valwinden) die langskomen. De meeste zien we ’s nachts, en ook de meeste zijn zonder regen en dan niet te zien op de radar. Na een poosje herkennen we aan de windschifting dat er weer een aankomt. Alleen een beetje opsturen tot het voorbij is en we kunnen weer verder.
Dat gaat zo 5 dagen door, dan kunnen we eindelijk overstag en weer naar het zuidoosten, de goede richting op.
We passen het wachtritme een beetje aan, vanwege de vermoeiende uren in de nacht nemen we ieder een eerste wacht van 4 uur en daarna nog 2 uur.
Overdag kunnen we indien we willen nog even bijslapen, maar daarnaast zijn er ook allerlei klusjes om de boot en ons varende te houden.
Ondertussen houden we natuurlijk de weerberichten goed in de gaten. Er komt nog een depressie aan, maar die lijkt af te draaien en ons niet te deren. De doldrums zitten wel heel hoog, maar we denken een gaatje hebben gevonden waar deze heel smal zijn. De wind draait ook ten gunste van ons waardoor we niet weer overstag hoeven. We zijn dan bijna ter hoogte van de grens van Frans- Guyana en Brazilië en tevreden over onze voortgang.
Maar dan slaat het noodlot toe. Om 11 uur, aan het einde van de eerste nachtwacht lig ik nog een beetje te doezelen en denk dat het nu wel heel hard gaat waaien. Dat gaat een pittige rit worden.
Maar het loopt heel anders.
Steven roept dat ik snel moet komen want hij wil buiten om de zeilen te vieren. Maar ziet daarbij gelijk de voorstag langskomen. Binnen is het een hoop herrie, resonantie van de mast doordat de staaldraad en de val breken. Daarna onwerkelijk stil.
Wat nu? Snel strijken we alle zeilen en moet het zeil en voorstag uit het water. Eerst beginnen we aan het geheel te trekken, maar omdat het zeil onder de boot gaat zit daar geen beweging in. Aan de voorkant beginnen dan maar. Dan merkt Steven dat vanwege het gebroken profiel we het zeil er uit kunnen trekken, stukje bij beetje komt het boven water. Hetzelfde doen we met de voorstag, en na ruim een uur hangt de stag aan de zijkant. De mast houden we staande door 2 vallen naar de boeg te spannen. Niet genoeg om te kunnen zeilen, maar de boel blijft overeind. We moeten er niet aan denken wat er had kunnen gebeuren.

 

Shit!

 

En nu? Waar kunnen we heen?
De landen zuidelijk van ons is geen optie en al snel is ons duidelijk dat het Trinidad moet worden. Ongeveer een week terugvaren! Op de motor dus. Gelukkig hebben we een volle tank en kunnen we de afstand overbruggen. Het wordt een erg saaie rit, geen strategie meer bedenken en alleen maar de dagelijkse klusjes doen. We krijgen hele lieve berichtjes via de satelliettelefoon en na een paar dagen is het ook in ons hoofd een beetje geland.

 

Velden met sargasso-gras drijven op de oceaan. Net als het nederlandse fonteinkruid blokkeert het de schroef en het roer. Regelmatig moeten we het verwijderen.

 

Al onderweg maken we contact met PEAKE, de plek waar boten het hurricane seizoen overbruggen.
Officieel moet je een floatplan invullen om Trinidad aan te lopen, dat hebben wij natuurlijk niet gedaan. Maar North Post Radio, die al het verkeer in de gaten houdt, is uiterst vriendelijk en roept ons zelfs nog een keer op of we hulp nodig hebben. Later horen we dat een paar dagen daarvoor en jacht wat water maakte en bijna zonk naar de haven is gesleept en ’s avonds nog gelijk in de kraan is gehangen.
Na 6 dagen terugvaren, 22 juli, komen we dan op vrijdagavond aan op de ankerplek in de baai van Chaguaramas. Een drukte van jewelste met bevoorradingschepen voor boortorens, kleine bootjes die, meestal overlicht, om je heen schieten en harde muziek. We vinden een mooring en na een borrel duiken we ons bed in.
De afstanden: we overbruggen 1367 NM in 13 dagen, alles aan de wind en met stroom tegen tot wanneer de stag breekt. Op de motor 774 NM in 6 dagen, ook weer met tegenstroom. Hoe vreemd is dat?

 

Onze route, die voor velen een verrassende wending maakte.


De volgende dag gaan we met de dinghy we naar PEAKE, waar Yvanna ons helpt met de papieren om in te klaren. In tig-voud moet alles ingevuld worden. Daarna kunnen we onze health clearance ophalen en inchecken bij Immigratie en Custom.
Zondag zoeken we Tiger Lilly op die hier op de kant staat en acclimatiseren een beetje, want het is hier heel warm en vochtig.
Jonas, de rigger, had COVID maar hij is net weer aan het werk. We overleggen hoe we de klus het beste kunnen aanpakken. Ook horen we van nog meer mensen dat ze ziek zijn geweest, oppassen dus.
Maar eerst moet de stag gedemonteerd en van de boot. Daarvoor moeten we in de haven liggen, het liefst met een zij-steiger. Gelukkig komt er een plekje vrij en die pikken we gelijk in. Alles ligt redelijk snel op de kant en we zien al gauw dat er van de profielen niet veel hergebruikt kan worden.

 

Een beetje krom, de rol is gelukkig niet defect.

 

We blijven nog een paar dagen liggen, met onbeperkt zoet water om de boot goed te ontzouten van alle golven die over ons heen zijn gekomen en de wasmachine draait overuren.
We weer terug naar een mooring om te wachten tot we bericht krijgen dat de stag klaar is om gemonteerd te worden. Nu naar een andere steiger die handiger is om te bereiken, voordeel voor ons is dat die ook nog eens een derde van de prijs is.
Na 2 weken wordt de stag gemonteerd, eerst vanwege de regen nog een dag uitstel. Helaas missen we nog 2 titanium schroefjes die uitgeboord moesten worden. Die moeten uit Amerika komen en dat duurt even. Na overleg met Jonas besluiten we om de achterstag aan te passen. De isolatoren voor de SSB zender die we hebben kunnen helaas niet hergebruikt worden en moeten ook weer uit Amerika komen.

 

 

 

De nieuwe voorstag wordt dan toch geplaatst.

 

We stellen ons helemaal in op een lange wachttijd en maken met een groepje een tripje naar het naastgelegen Gasparee Island om een grot te bezoeken. Kay, die het organiseert, neemt ons daarna mee naar haar huis een stukje verderop, bij haar kunnen we nog even in schoon water zwemmen en laat ze de rest van het eiland zien. In de ankerbaai zwemmen is niet verstandig, het is vreselijk smerig met ronddrijvend vuil en olie.

 

 

 

Na een bezoek aan de grot, waar we ook mochten zwemmen nog even relaxen in de oceaan. 

 

Zoals gezegd moeten we nog even wachten. We huren voor 2 dagen een auto om iets van het eiland de bekijken. Na een beetje rondvragen wat in ieder geval te zien beginnen we met een tocht naar Maracas in het noorden, een rit die we niet gauw vergeten, de wegen zijn zo steil dat de auto maar net aan bovenkomt. Denk je dat je de top wel bereikt hebt, nee hoor, het kan nog hoger en steiler. De rest maar geen binnen weggetjes meer, het is wel leuk om te zien hoe de mensen hier wonen maar erg vermoeiend.

 

Hoog in de bergen.

 

Een aantal dingen moet je gegeten hebben als je op Trinidad bent geweest. Een er van is Chow, een snack van fruit met shado beni (lokale koriander/culantro), zuur, zout en peper. Wij proberen de mango die nu zo voor het plukken in overvloed aan de bomen hangt. Een explosie van smaken in je mond en erg lekker.

 

Chow in verschillende smaken.

 

Tijdens de lunch nemen we een bake & shark (broodje met haai) in een strandtent waar we schuilen voor de regen. Ja, het regent hier bijna elke dag, soms een paar druppels maar soms komt het met bakken uit de lucht. En vandaag is de laatste versie van toepassing. Een verdere rit naar een waterval laten we achterwege, de weg is al een waterval. In plaats daarvan gaan we op zoek naar een paar onderdelen in een doe-het-zelf zaak in Port of Spain.
De volgende dag gaan we eerst naar het uitzichtpunt Mount Benedict, en het bijbehorende klooster. Het gaat weer regenen, maar daar hebben ze hier rekening mee gehouden.

 

 

 

Klooster op Mount Benedict.

 

We drinken onze meegebrachte koffie onder de veranda voor we verder gaan naar de westkust, naar de Temple in the Sea en de Dattratreya tempel iets landinwaarts. Het is hier erg vlak in tegenstelling tot het noorden. En doordat bij bijna alle huizen de Hindoestaanse vaandels in de tuin staan weten we dat we in de buurt komen.
De tempels zelf zijn afgesloten, zoals ook alle musea op het eiland. Bij de tempel in de zee is het een drukte met auto’s, de mensen zijn allemaal mooi gekleed zodat we denken dat er een bruiloft gaande is. Het blijkt echter te gaan om verbrandingen van de doden. Meerdere brandstapels zijn in gebruik. Erg indrukwekkend om te zien.

 

 

 Temple in the sea.

 

 In de verte een van de brandstapels.

 

 

 Dattatreya tempel.

 

 

Hunaman Murti, het grootste beeld van Lord Hunaman buiten India.

 

Nu gaat het heel snel, alle onderdelen (ja, zelfs de schroefjes) zijn wonderbaarlijk snel binnen en de achterstagen liggen klaar om gemonteerd te worden. Het is goed weer, we hebben eindelijk geluk.
We monteren de rol met de nieuwe reeflijn zelf en kunnen het zeil weer aanslaan. Een goed gevoel nu alles weer zeilklaar is.

Wat is de reden dat onze voorstag naar beneden is gekomen? Daar zijn meerdere theorieën over, maar zeker weten zullen we het nooit. We gaan er van uit dat het een combinatie van meerdere factoren is geweest.

Op weekdagen kunnen we met een busje, service van PEAKE, boodschappen doen. Dat is erg fijn. Maar in het weekend is er een grote versmarkt van vlees, vis en groente in Port of Spain. Met het taxibusje ga ik daar, met nog een paar andere zeilers, op zaterdag heen. Leuk en veel betere produkten dan in de supermarkt. En daar zie ik een stalletje wat de double verkoopt, ook een van de dingen die je geproefd moet hebben. De double wordt ’s morgens gegeten en is een soort roti pannenkoek met kikkererwten, curry, culantro en peper. Lekker, maar erg lastig om uit de hand te eten.
Het eten is hier gewoonlijk erg pittig. De Trinidad Scorpion, de heetste peper in de wereld groeit hier.

 

Test voor de jaarlijkse powerboat race van Trinidad naar Tobago. De boot van PEAKE heeft sinds een aantal jaren het wereldrecord op zijn naam en komt ook nu weer als eerste in zijn klasse aan.

 

We zijn klaar om naar Grenada te vertrekken om de rest van het hurricane seizoen af te wachten. Helaas zijn de vooruitzichten (geen wind) niet goed. Maar we willen weg uit de herrie van de baai, elke avond gaan de partyboten tot laat door en in het weekend is het helemaal chaos. Met weer een lokale feestdag, woensdag is het onafhankelijkheidsdag, in het vooruitzicht besluiten we om hier even weg te gaan.
Eerst 2 nachten naar Scotland Bay, voor woensdag moeten we daar in ieder geval weg zijn. Dit is de plek waar de lokalen met luide muziek feestvieren.
Daarna gaan we naar Chacachacare Island, de laatste van de drie Bocas eilanden. Nu onbewoond en heel dicht bij Venezuela. Op oude foto’s zie je dat het hier vroeger goed toeven was. Nu is bij alles overgroeid en kun je je niet voorstellen hoe het ooit was.
In 1921 zijn alle 300 inwoners gedwongen het eiland te verlaten en werd het tot staatseigendom verklaard. Daarna zijn alle leprozen en verzorgers die eerst vlakbij Port of Spain zaten verplaatst naar hun ‘gevangenis’. Tot 1984 was hier het ziekenhuis en bijbehorende kolonie waar leprozen werden behandeld. Toen de medicatie uitgevonden was zijn de artsen, Dominicaanse nonnen en patiënten vertrokken en is alles achtergelaten.
Hier blijven we ook 2 nachten, de laatste nacht zijn we alleen en genieten van de stilte.
Het water is hier ‘schoon’ maar met heel veel algen, het zicht is hooguit 1 meter. We beginnen met het schoonmaken van de waterlijn en romp, die zit na 5 weken vol met viezigheid en barnacles. Een hele klus maar stukje bij beetje komen we er wel.

 

 

 

 

Het lepra ziekenhuis en een van de omliggende huizen die nog niet zijn overgroeid.

 

Nog even een laatste weekend terug naar de baai van Chaguaramas, veel zeilers hebben de boot op de kant staan en gaan even naar huis. Wij gaan maandag uitchecken en vertrekken naar Grenada.
Het wordt weer een nachttocht, zodat we bij daglicht aankomen.

 

Zonsondergang in de baai van Chaguaramas.

 

wandelaar logo versie 1 roodwandelaar logo versie 1 roodwandelaar logo versie 1 rood

Comments  

0 # Jan de Wolf 2022-09-05 18:55
Goed om te lezen dat alles weer hersteld is.
Reply