Rio de Janeiro/Niterói (Brazilië), 8 januari 2023.
De laatste loodjes zijn het zwaarst, het venijn zit ‘em in de staart.
In ons geval klopt dat inderdaad. Dachten we het ergste gehad te hebben aan de noordkust, vlakbij Rio wordt dat nog eens dunnetjes overgedaan.
In de buurt van Cabo Frio krijgen we een vette storm van zo’n 48 uur over ons heen, de laatste nacht zitten we uit met een kleine fok en het 3e rif in het grootzeil. En nog vliegen we over het water. Helaas niet helemaal de juiste richting.
Als de wind wat inzakt proberen we weer op koers te komen, maar halve wind zeilen was niet zo’n goed idee. Twee monstergolven komen over ons heen. De eerste breekt het zonnepaneel finaal van de railing (we kunnen deze nog redden, en nee, geen foto) en bij de tweede komt er water via de zwanenhals binnen. Niet fijn voor de elektrische aansluitingen.
Dat is weer een klusje er bij.
We zijn er bijna, dan krijgen we nog even een vette storm over ons heen.
Spaanse makreel, erg lekker. Helaas de enige vis die we binnenhalen.
Op 6 januari zijn we aangekomen in Rio/Niteroi. Uiteindelijk zijn we 48 dagen, bijna 7 weken op zee geweest.
Afstand Martinique – Rio de Janeiro 3536 mijl
5840 mijl gevaren, gemiddelde snelheid 5 mijl per uur
51 x Overstag/Gijp
Zeilwissels - ontelbaar
Kleine beschadiging aan grootzeil
Fokkeschoten geschavield
Met 2 zeilboten gesproken via de marifoon
Veel vrachtschepen gezien, soms zelfs heel dichtbij
1 Spaanse makreel gevangen, 5 x aas verloren
1 zonnepaneel afgebroken
Vuilnis – 1 zak
Bijna 7 weken op het water. Achteraf lijkt het allemaal veel korter.
De eerste dagen zijn even wennen, maar al snel kom je in een ritme. De nachtwachten zijn 2 x 4 uur en nog eens 2 x 2 uur. Dan zijn er al weer 12 uur voorbij.
Voor eten koken, brood bakken, afwas, ben je ook zo weer 3 a 4 uur in de weer. De boot in orde houden en klusjes doen, en het voor het weet 7 uur, tijd voor de eerste nachtwacht.
Schip zonder AIS, gelukkig bij daglicht.
Voor de derde keer de evenaar over. Een drankje voor Neptunes.
Lokale vissers met kleurige zeilen.
Stroomkaart.
De stroming hadden we bestudeerd, maar heeft ons toch op 2 plaatsen verrast. Bij een lichte wind en sterke stroom hadden we geen keus dan ons met de motor uit de mangel zien te komen om niet weer naar het westen drijven.
Aan de hele noordkust van Brazilië staat een bijzonder en sterk stroompatroon dat we verder nergens op zo’n groot gebied hebben gezien. Met een ‘normale’ noordoosten wind gebruikelijk in deze tijd van het jaar kun je redelijk tegen de stroom invaren. Maar nu waren er voornamelijk oosten, tot zuidoosten winden, precies tegen dus. Daardoor moeten we constant overstag om enigszins in juiste richting te varen. Het water is erg choppy en de vooruitgang is heel langzaam. Met onze langkieler vangt alle (zij)stroming lekker op en zet ons weer westwaarts. Bij gezeilde afstanden van 120 mijl per dag boeken we slechts 20 mijl richting ons doel. Dat duurt zo dagen, weken. Vooral aan laatste stuk bij Fortaleza leek geen einde te komen.
Ook mooie luchten.
Een welkome afwisseling is als er een grote groep dolfijnen een stukje met ons meezwemt. Dat blijft altijd heel bijzonder. Verder zien we af en toe wat vogels, waarvan er soms een paar landen om een beetje op adem te komen, helaas laten ze ook altijd wat achter om op te ruimen.
En zonsondergangen.
Als we eenmaal de kaap naar de oostkust gerond zijn hebben we eindelijk normale voortgang. Zo heerlijk dat we nu niet meer overstag hoeven, even rust.
Omdat we ter hoogte van João Pessoa vlak langs de kust varen hebben we even verbinding met de telefoon. Even kijken of er nog belangrijke meldingen zijn. Een betalingsherinnering, daar zitten we niet echt op te wachten.
Onze Iridium satelliettelefoon gebruiken we hoofdzakelijk om weerberichten op te halen. Maar we kunnen ook e-mailen, fijn om toch een beetje op de hoogte te blijven wat er gaande is.
Vrienden van ons varen van Kaap Verden naar Brazilië, leuk om hun ervaringen te lezen.
Het is fijn om zo even contact te hebben met “land” en “water”. Even een nieuw praatje aan het einde van de dag.
Aankomst in Rio, de top van de suikerberg (Pão de Acúcar) is niet te zien.
Conclusie. Bij onze eerste poging in juli hadden we weliswaar ook oostenwind maar doordat we een stuk noordelijker voeren was de zeegang rustiger.
Eigenlijk nog midden in het orkaanseizoen, en daarom een deel van de reis niet verzekerd, zijn de hoeveelheid en de heftigheid van de squalls een stuk minder.
Maar overall zijn beide routes te doen. Voor ons zal dit wel de moeilijkste en zeker de langste tocht van onze wereldomzeiling zijn. Hoewel Patagonië ongetwijfeld weer nieuwe uitdagingen voor ons zal hebben.
Mooi plekje.
Aangroei van eendemossels.
In Clube Naval in Niterói, net aan de overkant van de baai van Rio de Janeiro worden we fijn opgevangen en geholpen met aanmeren. Het is vrijdag en begin van de middag, te laat om nog de formaliteiten af te ronden in Rio. Dat wordt maandag pas. We zijn benieuwd of we alles in een dag kunnen regelen.
En nu eerst een aankomstdrankje en daarna eindelijk een lange, onafgebroken nachtrust.
Nog even niet denken aan al de klussen die liggen te wachten.